sierstuk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

sierstuk in gewelf
Uitspraak
Woordafbreking
  • sier·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sierstuk sierstukken
verkleinwoord sierstukje sierstukjes

Zelfstandig naamwoord

het sierstuko

  1. iets dat alleen maar dient als versiersel
    • Drie weken na de roof werd de met juwelen versierde monstrans beschadigd teruggevonden, in lappen ingepakt in de kofferbak van een auto. Een van de sierstukken is nog steeds zoek. Het stuk, een vergulde stralenkrans ingelegd met diamanten en edelstenen, is inmiddels gerestaureerd.[2] 
    • Kim zal horizontaal over het water gaan, zo is de bedoeling. Het boegbeeld 'leunt'schuin naar voren, is bedoeld als sierstuk en symboliseert bescherming. Het beeld weegt tachtig kilogram. 'Zo zwaar is mijn model niet', relativeert de in Makkum (Fr) woonachtige Oelbers, die gespecialiseerd is in scheepssierkunst en al vele boegbeelden heeft vervaardigd.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen