showtime
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- show·time
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | showtime | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de showtime m
- Amerikaanse betaaltelevisiezender
Gangbaarheid
- Het woord showtime staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "showtime" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be