showman

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • show·man
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord showman showmannen
showlieden
showlui
verkleinwoord showmannetje showmannetjes

Zelfstandig naamwoord

de showmanm

  1. iemand die een optreden heeft voor het publiek
  2. (figuurlijk) iemand die heel overdreven doet
    • Het kan natuurlijk zijn dat Trumps propaganda voor Brexit bij woorden blijft, zoals zoveel bij deze showman. Dat Amerika veel grotere belangen in Europa op het spel zou zetten om Engeland te behagen, is moeilijk voor te stellen. Maar woorden, zoals Churchill als geen ander wist, zijn belangrijk.[1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Ian Buruma 9 december 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be