shogi

Nederlands

1. De beginopstellin bij shogi.

Uitspraak

• Geluid:  shogi    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈʃoɡi / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• sho·gi

Woordherkomst en -opbouw

• van Japans 将棋 (shogi) "veldheerspel", in de betekenis "Japans schaak" aangetroffen vanaf 1882 (zie vindplaats hieronder)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	shogi	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het shogi o

1. (spel) Japanse vorm van schaak

   • Het Japanse schaken, het shogi, dateert van de zestiende eeuw. Het kent geen dame, heeft slechts de helft van het 'normale' aantal torens en lopers en het paard is vrijwel machteloos. 
   • In het sho-gi zijn, behalve de bodes en den koning, nog 6 soorten van officieren, die echter in hun bewegingen zeer weinig vrijheid hebben. De kennis van het sho-gi is in Japan zeer verbreid; door het volk wordt dit spel veel en met ijver gespeeld, waarschijnlijk omdat het kaartspel streng verboden is. 

Verwante begrippen

• schaak

Gangbaarheid

• Het woord shogi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "shogi" herkend door:

12 %	van de Nederlanders;
14 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.