shockerend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • shoc·ke·rend
stellend
onverbogen shockerend
verbogen shockerende
partitief shockerends

Bijvoeglijk naamwoord

shockerend

  1. schokkend
    • Fara: “Om meer views te krijgen, kregen we een tip uit een netwerk van YouTubers: gebruik shockerende titels. Dus noemde ik onze vlog over een tochtje in ons klompenbootje ‘Blote billen in het bootje’. Dat vonden onze kijkers niet bij ons passen en zelf voelden we ons er ook niet goed bij. We blijven wel een familievlog. [1] 

Werkwoord

vervoeging van: shockeren
verbogen vorm: shockerende

shockerend

  1. onvoltooid deelwoord van shockeren

Verwijzingen