shitzooi

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  shitzooi    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• shit·zooi

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  shit zn  en  zooi zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	shitzooi
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de shitzooi v / m

1. (spreektaal) ellendige toestand

   • We hebben nu al drie wedstrijden op rij verloren. Wat een shitzooi. 

   ▸ „Mijn vader ligt in het ziekenhuis… Mijn broertje komt me zo halen”, zeg ik verbluft en daarna voel ik dat de tranen naar boven komen. Shitzooi…

2. (spreektaal) waardeloze entiteit

   • Deze shitzooi breng ik terug naar de winkel. 

Synoniemen

• [2] rotzooi
• [1] [2] schijtzooi

Vertalingen

    1. ellendige toestand   

Engels: pile of shit (en)

    2. waardeloze entiteit   

Engels: pile of shit (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'shitzooi' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.