serveerde af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ser·veer·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afserveren |
serveerde af
- enkelvoud verleden tijd van afserveren
- Ik serveerde af.
- Jij serveerde af.
- Hij, zij, het serveerde af.
- Ik serveerde af.
Gangbaarheid
- Het woord serveerde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.