serie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- se·rie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘reeks’ voor het eerst aangetroffen in 1885 [1]
- > Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | serie | series seriën |
verkleinwoord | serietje | serietjes |
Zelfstandig naamwoord
serie v
- een aantal elementen op volgorde
- Er wordt weer een serie kinderpostzegels uitgegeven.
- aantal gelijkvormige zaken
- Uit een van de koffers die nog onuitgepakt in een hoek stonden haalde ik een exemplaar van de eerste serie. 1968. Mijn vader had met dit ontwerp het hele Midden-Oosten plat gekregen. Mijn moeder eigenlijk. Het was haar idee geweest. Of haar schuld, zoals ze zelf zei, toen in datzelfde jaar oma de geest gaf. [3]
- ▸ Elke keer als ik in een dorpje aankwam en de nieuwe donaties zag binnenkomen maakte ik weer een hele serie.[4]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een aantal elementen op volgorde
Gangbaarheid
- Het woord serie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "serie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "serie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ serie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 211
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be