septimana
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Latijn
Uitspraak
- IPA: /ˌsɛptɪˈmaːna/
Woordafbreking
- sep·ti·ma·na
Woordherkomst en -opbouw
- Gesubstantiveerde vorm van septimanus (te maken hebbend met het getal zeven), in het Laatlatijn gebruikt als leenvertaling van het Griekse leenwoord hebdomas.
Zelfstandig naamwoord
septĭmāna v
- (Laatlatijn) week.
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | septĭmāna | septĭmānae |
genitief | septĭmānae | septĭmānārum |
datief | septĭmānae | septĭmānīs |
accusatief | septĭmānam | septĭmānās |
ablatief | septĭmānā | septĭmānīs |
vocatief | septĭmāna | septĭmānae |
Synoniemen
- (klassiek Latijn) hebdomas
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Dies Septimanarum
- het joodse Wekenfeest