seponeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: seponeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- se·po·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
seponeren |
seponeerde
- enkelvoud verleden tijd van seponeren
- Ik seponeerde.
- Jij seponeerde.
- Hij, zij, het seponeerde.
- Ik seponeerde.