semiprof
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- se·mi·prof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | semiprof | semiprofs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de semiprof m
- (persoon) iemand die enige opleiding heeft voor en enige inkomsten heeft uit een bepaalde activiteit, vaak gaat het over sporters
- In totaal kan een club zo dus een cashback van 25.000 euro krijgen”, legde Boone uit. “We beseffen dat dit voor grote clubs makkelijker is, maar het stimuleert de kleine clubs wel om semiprofs in dienst te nemen. En het spoort spelers die graag semiprof worden aan om meer te trainen, het werkt dus als een dubbele stimulans.” [1]
- Ronald Dams uit Almelo wordt de nieuwe voetbaltrainer van zaterdag derde klasser Voorwaarts uit Westerhaar. De oud semiprof van Heracles wordt de opvolger van Tonnie van Veen die, na drie seizoenen, vertrekt. [2]
- Het is net als met autorijden: je moet het vaak doen en op een gegeven moment krijg je het onder de knie. Ik kreeg het zó onder de knie dat ik semiprof kon worden. Ik maak country- en westernmuziek, en een beetje swing. [3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord semiprof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "semiprof" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ de Standaard 17/september/2017
- ↑ Tubantia Marthy Rothe 03-december-2010
- ↑ Volkskrant Gidi Heesakkers 19 september 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel semi- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 85 %