selvstændig

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • selv·stæn·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud selvstændig selvstændigere selvstændigst
o enkelvoud selvstændigt
meervoud selvstændige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
selvstændige selvstændigere selvstændigste

Bijvoeglijk naamwoord

selvstændig

  1. onafhankelijk, zelfstandig (in beslissingen)
  2. zelfstandig (beroepsmatig)
  3. soeverein
  4. afzonderlijk
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1]: selvstændig beslutning
een zelfstandige beslissing
  • [1]: selvstændig person
een onafhankelijke persoon
  • [2]: selvstændig erhvervsdrivende
een zelfstandige
  • [3]: selvstændig republik
een autonome republiek

Verwijzingen