selecteer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·lec·teer

Werkwoord

vervoeging van
selecteren

selecteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van selecteren
    • Ik selecteer. 
  2. gebiedende wijs van selecteren
    • Selecteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van selecteren
    • Selecteer je?