sedan

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Sedan


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·dan
Woordherkomst en -opbouw
  • van Amerikaans Engels sedan, in de betekenis "personenauto" in het Nederlands aangetroffen vanaf 1916 in advertenties [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sedan sedans
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de sedanm

  1. (verkeer) type personenauto met minstens 4 zitplaatsen, een ruime kofferbak aan de achterkant en een dak dat voor, midden en achter met verbindingsstijlen aan de rest van de carrosserie vast zit
    Hoewel een sedan traditioneel 4 deuren heeft, zijn er ook modellen met 2 deuren. Het onderscheid met een coupé is de grootte van de kofferbak: minstens 930 liter.
    • Ik was helemaal niet met een goederentrein meegekomen. Ik zat namelijk in een vierdeurs sedan, een Impala uit '57, en was vanuit de Midwest het land door gereden - zo uit Chicago, waaruit ik hem zo snel als ik kon was gesmeerd - in volle vaart door rokende stadjes en groene velden bedekt met sneeuw, over kronkelende wegen voorwaarts, oostwaarts, over de staatsgrenzen, Ohio, Indiana, Pennsylvania, een rit van 24 uur, waarvan ik het grootste deel lag te sluimeren op de achterbank, pratende over koetjes en kalfjes. [3]
    • Wij vinden den "Dixie Flyer" hier met de carrosserie Sedan in den prijs van ƒ8750, een conduite interieure met electrische verlichting, zelfstarter, verstelbare centrale verwarming, beschutte voorruit, speciale inrichting voor het neerlaten der ramen en tal van andere moderne gemakken. [4]
Vertalingen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] van betekenis [2] "draagstoel", voor het eerst gebruikt voor een auto uit 1911 van de vroegere Speedwell op Wikipedia (nl) autofabriek in de VS. [1]
  • [2] in 1634 in London geïntroduceerd door sir Sanders Duncombe, de verdere herkomst is niet zeker, mogelijk van een Zuid-Italiaans dialectderivaat van Italiaans sede "stoel" (vergelijk seggietta, rond 1590; het ding zelf zou zijn geïntroduceerd vanuit Napels), van Latijn sedes "zetel" [2]
enkelvoud meervoud
sedan sedans

Zelfstandig naamwoord

sedan

  1. (verkeer) sedan
  2. (geschiedenis) gesloten draagstoel met twee draagbalken in de lengterichting
Overerving en ontlening

Verwijzingen

  1. Laukkonen, J.D.
    What is a Sedan? (20 september 2013)
    op website: crankshift.com; geraadpleegd 2019-01-28
  2. Sedan op website Encyclopaedia Brittanica: britannica.com; geraadpleegd 2019-01-28


Zweeds

Bijwoord

sedan

  1. geleden