Naar inhoud springen

señorita

Uit WikiWoordenboek
  • se·ño·ri·ta
enkelvoud meervoud
naamwoord señorita señorita's
verkleinwoord

deseñoritav

  1. een jonge Spaanse dame.
     'Jullie hebben hier iemand nodig, señorita,' zei ze. 'Dit is Londen niet. Kunnen jullie koken?'
    'Nee.'
    'Schoonmaken?' 'Nee.'
    'Paardrijden?'
    'Nee!'
    'Ik help wel.'
    'Hoe oud ben jij dan?'
    'Achttien,' loog Teresa, want in werkelijkheid was ze pas zestien.
    [1]
     'Meen je dat, of zeg je dat alleen maar?' 'Nee, señorita.[1]
     'Is dit wat u doet, señorita?' Olive dacht even over de vraag na, terwijl ze het schilderij op bed legde, omzichtig, alsof het een minnaar was.[1]


72 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.[2]
  1. 1 2 3
    Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be