schwalbe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schwal·be
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘val in het strafschopgebied om een penalty toegekend te krijgen’ voor het eerst aangetroffen in 1997 [1]
  • van Duits Schwalbe (zwaluw) wegens de typische duikval van deze vogel
enkelvoud meervoud
naamwoord schwalbe schwalbes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de schwalbem

  1. (sport) het zich opzettelijk laten vallen in het strafschopgebied van de tegenstander om een strafschop af te dwingen
Synoniemen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen