Naar inhoud springen

schutte

Uit WikiWoordenboek
  • schut·te
vervoeging van
schutten

schutte

  1. enkelvoud verleden tijd van schutten
    • Ik schutte. 
    • Jij schutte. 
    • Hij, zij, het schutte. 
  2. aanvoegende wijs van schutten