schrokachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schrok·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van schrokken met het achtervoegsel -achtig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schrokachtig | schrokachtiger | schrokachtigst |
verbogen | schrokachtige | schrokachtigere | schrokachtigste |
partitief | schrokachtigs | schrokachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schrokachtig
- geneigd zijn tot schrokken, geneigd zijn tot snel en veel eten
- Het leek wel of hij uitgehongerd was zo schrokachtig at hij zijn bord leeg.
Gangbaarheid
- Het woord schrokachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.