schrokachtig
Uiterlijk
- schrok·ach·tig
- Naamwoord van handeling van schrokken met het achtervoegsel -achtig
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | schrokachtig | schrokachtiger | schrokachtigst |
| verbogen | schrokachtige | schrokachtigere | schrokachtigste |
| partitief | schrokachtigs | schrokachtigers | - |
schrokachtig
- geneigd zijn tot schrokken, geneigd zijn tot snel en veel eten
- Het leek wel of hij uitgehongerd was zo schrokachtig at hij zijn bord leeg.
- Het woord schrokachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.