schroeide
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schroei·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schroeien |
schroeide
- enkelvoud verleden tijd van schroeien
- Ik schroeide.
- Jij schroeide.
- Hij, zij, het schroeide.
- Ik schroeide.
vervoeging van |
---|
schroeien |
schroeide