schrikkelijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrik·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schrikkelijk schrikkelijker schrikkelijkst
verbogen schrikkelijke schrikkelijkere schrikkelijkste
partitief schrikkelijks schrikkelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

schrikkelijk

  1. (verouderd) zo erg dat je er geschokt of bang van wordt
     De wind die vrij spel heeft tussen de imposante Domtoren en Domkerk doet misschien denken aan het ‘schrikkelijk tempeest’ dat in 1674 het middenschip van de kerk wegsloeg.[3]
     Zulke rampen zullen er komen, de schrikkelijke vloeden zullen niet langer tot het verleden behoren, zoveel is wel duidelijk.[4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. schrikkelijk op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 15 oktober 2022 Weblink bron
    Leendert van der Valk
    “Utrecht wil historisch hart zichtbaar maken” (9 juni 2009) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 15 oktober 2022 Weblink bron
    Marjoleine de Vos
    “Vergeet de baby’s in de buitenwijken” (3 november 2006) op nrc.nl op Wikipedia