schreit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schreit

Werkwoord

vervoeging van
schreien

schreit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schreien
    • Jij schreit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schreien
    • Hij schreit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schreien
    • Schreit!