schraperig
Uiterlijk
- Geluid: schraperig (hulp, bestand)
- schra·pe·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schraperig | schraperiger | schraperigst |
verbogen | schraperige | schraperigere | schraperigste |
partitief | schraperigs | schraperigers | - |
schraperig
- een schrapend geluid makend
- Het klonk schraperig.
- inhalig of overdreven zuinig
- De schraperige man gebruikte de flessenlikker om ook de laatste druppel yoghurt uit het pak te kunnen halen.
- Een schraperige houding.
- [2] gul, kwistig, spilziek, verkwistend
- Het woord schraperig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schraperig" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be