schouwingsbewijs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schou·wings·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schouwingsbewijs | schouwingsbewijzen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het schouwingsbewijs o
- bewijs dat inspectie heeft plaats gevonden (bijv. van een voertuig)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord schouwingsbewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.