schorremorrie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schorremorrie (hulp, bestand)
- IPA: /sxɔrəˈmɔri/
Woordafbreking
- schor·re·mor·rie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘uitschot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1698 [1]
- Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schorremorrie | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
schorremorrie o
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord schorremorrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "schorremorrie" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "schorremorrie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 85 %