schoot voorbij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schoot voor·bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorbijschieten

schoot (...) voorbij

  1. enkelvoud verleden tijd van voorbijschieten
    • Ik schoot voorbij. 
    • Jij schoot voorbij. 
    • Hij, zij, het schoot voorbij.