schoot op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schoot op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opschieten

schoot op

  1. enkelvoud verleden tijd van opschieten
    • Ik schoot op. 
    • Jij schoot op. 
    • Hij, zij, het schoot op. 


Gangbaarheid