schoorvoetende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schoor·voe·ten·de
Werkwoord
vervoeging van: | schoorvoeten |
schoorvoetende
- verbogen vorm van schoorvoetend, het onvoltooid deelwoord van schoorvoeten
Bijvoeglijk naamwoord
schoorvoetende
- verbogen vorm van de stellende trap van schoorvoetend