schoolverlater
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- school·ver·la·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van school zn en verlater zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoolverlater | schoolverlaters |
verkleinwoord | schoolverlatertje | schoolverlatertjes |
Zelfstandig naamwoord
de schoolverlater m
- iemand die de schoolbanken vaarwel zegt, gewoonlijk om de arbeidsmarkt te betreden
- Hij was een voortijdige schoolverlater, maar heeft het ver geschopt.
- ▸ Als je naar de cijfers kijkt, zijn er sindsdien kleine stapjes vooruitgezet, concludeert Rijnmond. Het aantal uitkeringen daalt. Er zijn meer mensen met een betaalde baan of vrijwilligerswerk. De Cito-scores op de basisschool zijn verbeterd. Het aantal voortijdige schoolverlaters is gedaald van 14 naar 9 procent. De overlast van jongeren op straat neemt af en er zijn minder high impact crimes (woninginbraak, overvallen, straatroof en geweldsmisdrijven).[1]
Gangbaarheid
- Het woord schoolverlater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Oud-Crooswijk was armste wijk, miljoenen verder gaat het iets beter” (02-10-2021), NOS