schoning
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scho·ning
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van schoonmaken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoning | schoningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het uit een informatiebestand verwijderen van informatie die niet bewaard dient te worden
- ▸ In interne memo's staat dat 'geen schoning' plaatsvond van de jaarlijks 1 miljoen kentekenfoto's die de fiscus zelf verzamelde met camera-auto's met automatische kentekenherkenning (ANPR).[2]
Gangbaarheid
- Het woord schoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Sonny in 't Zandt“Kentekenfoto's door Belastingdienst onterecht bewaard” (02-09-2017), Tubantia