schond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schond

Werkwoord

vervoeging van
schenden

schond

  1. enkelvoud verleden tijd van schenden
    • Ik schond. 
    • Jij schond. 
    • Hij, zij, het schond. 

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be