schond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schond
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schenden |
schond
- enkelvoud verleden tijd van schenden
- Ik schond.
- Jij schond.
- Hij, zij, het schond.
- Ik schond.
Gangbaarheid
- Het woord schond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "schond" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be