scholekster
Uiterlijk

- Geluid: scholekster (hulp, bestand)
- schol·ek·ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scholekster | scholeksters |
verkleinwoord | scholekstertje | scholekstertjes |
- (steltloperachtigen) zwart-witte waadvogel met luide roep, Haematopus ostralegus
- Afrikaanse zwarte scholekster, Amerikaanse bonte scholekster, Australische bonte scholekster, Australische zwarte scholekster, Canarische scholekster, chathamscholekster, Finsch' scholekster, magelhaenscholekster, Nieuw-Zeelandse zwarte scholekster, Noord-Amerikaanse zwarte scholekster, Zuid-Amerikaanse zwarte scholekster
- Indien scholekster wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep scholeksters zie dan Hyponiemen scholeksters
- Het woord scholekster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scholekster" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ scholekster op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Steltloperachtigen in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 67 %