schokbreker
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
- Geluid: schokbreker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schok·bre·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schokbreker | schokbrekers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (techniek) apparaat dat de werking van een veer dempt
- Samen met zijn maat uit Buurse gold de coureur die dit jaar nationaal crosskampioen in de Twinshock-klasse werd - "nostalgische motoren met dubbele schokbrekers, luchtgekoelde motor en ouderwetse trommelremmen" - als een van de grote kanshebbers. [3]
- (figuurlijk) alles wat besluitvorming trager en stroperiger maakt
- Door het referendum uit te roepen heeft voormalig premier David Cameron alle schokbrekers uitgeschakeld. Brexiteers konden bijgevolg op volle kracht vooruit, ongeremd door beoordelingen over de impact, analyses of trucjes die bedenktijd hadden toegestaan. [4]
Synoniemen
Vertalingen
1. apparaat dat schokken kan opvangen
Gangbaarheid
- Het woord schokbreker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "schokbreker" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ schokbreker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 29-10-2007
- ↑ de Standaard DINSDAG 12 SEPTEMBER 2017
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %