schokbestendigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schok·be·sten·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van schokbestendig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schokbestendigheid | schokbestendigheden |
verkleinwoord | schokbestendigheidje | schokbestendigheidjes |
Zelfstandig naamwoord
de schokbestendigheid v
- dat iets of iemand tegen een stootje kan, dat iets of iemand stevig is
- Het schokbestendige huis werd niet door de aardbeving beschadigd.
Gangbaarheid
- Het woord schokbestendigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.