schoenlapper

Uit WikiWoordenboek
De kleine vos, een schoenlapper.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schoen·lap·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van schoen en de stam van lappen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord schoenlapper schoenlappers
verkleinwoord schoenlappertje schoenlappertjes

Zelfstandig naamwoord

de schoenlapperm

  1. (beroep) iemand die als vak schoenen repareert
  2. (vlinders) benaming voor insecten uit de onderfamilie Nymphalinae op Wikispecies
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be