schiete
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schiete (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxitə / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈsχi.tə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsxi.tə/
Woordafbreking
- schie·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schieten |
schiete
- aanvoegende wijs van schieten