schicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

sculptuur in de vorm van een schicht
[2] schicht als bloeiwijze
Uitspraak
Woordafbreking
  • schicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schicht schichten
verkleinwoord schichtje schichtjes

Zelfstandig naamwoord

de schichtm

  1. plotselinge sterke lichtstraal zoals bij de bliksel
  2. bloeiwijze, waarbij de zijassen beurtelings links en rechts ontspringen van de vorige as
  3. (figuurlijk) plotselinge onverwachte beweging of gebeurtenis
    • Na een moeilijke eerste helft onder dreigende onweerswolken zette een schicht van Mirallas Everton op weg naar een 0-3 overwinning. Na een mooie individuele actie poeierde de Rode Duivel de bal hard in de winkelhaak. [5] 
    • Zlatan Ibrahimovic zei dat hij ontroerd was door de staande ovatie waarop het hele stadion hem trakteerde na zijn magistrale derde doelpunt in de wedstrijd tegen Anderlecht. Een schicht, een fluorescerende streep van Mondriaan, meetkunde met de snelheid van het licht, you name it. [6] 
  4. (verouderd) puntig projectiel dat uit de hand geworpen of met een boog geschoten wordt
    • Raakt hem iemand met het zwaard, dat zal niet bestaan, spies, schicht, noch pantsier. [7] 
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen