schering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sche·ring
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ketting van een weefsel’ voor het eerst aangetroffen in 1240.[1]
- Naamwoord van handeling van scheren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schering | scheringen |
verkleinwoord | scherinkje | scherinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de schering v
- de gebeurtenis van het scheren.
- de op een weefgetouw de in verticale richting parallel opgespannen draden.
Vertalingen
2. verticale draden van het weefgetouw
Gangbaarheid
- Het woord schering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "schering" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.