schepte op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schep·te op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opscheppen

schepte op

  1. enkelvoud verleden tijd van opscheppen
    • Ik schepte op. 
    • Jij schepte op. 
    • Hij, zij, het schepte op. 
     Hij was vermoedelijk het ergst, hij schepte er zelfs over op dat hij geen aandelen had en actief ongeïnteresseerd was.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149