schenner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schen·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schenner | schenners |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
schenner
- iemand die schent (of schendt)
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'schenner' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.