scheldpartij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scheld·par·tij
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van scheld ww en partij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheldpartij | scheldpartijen |
verkleinwoord | scheldpartijtje | scheldpartijtjes |
Zelfstandig naamwoord
- de keer dat er flink gescholden wordt
- Toen de jongeman een boete kreeg liep dat uit op een enorme scheldpartij.
- ▸ Dit is allemaal al jaren, decennia soms, bekend. En toch zijn we verrast als mensen zich hier niet thuis voelen, toch verbazen we ons dat racisme méér is dan een bewuste scheldpartij over iemands huidskleur, toch moeten we nog wennen aan het idee dat je geen racist of slecht mens hoeft te zijn om iets racistisch te zeggen.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord scheldpartij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "scheldpartij" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
Haro Kraak“Waarin zit toch de witte angst om over racisme te praten?” (5 juni 2020), de Volkskrant - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be