scheerspiegel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

scheerspiegel
Uitspraak
Woordafbreking
  • scheer·spie·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scheerspiegel scheerspiegels
verkleinwoord scheerspiegeltje scheerspiegeltjes

Zelfstandig naamwoord

de scheerspiegelm

  1. vergrotende spiegel die men gebruikt bij het scheren
     In de scheerspiegel zag ik mijn gezicht.[2]
     Ondertussen staat de Interactieve Wereldbol te brommen: het weerbericht is net geüpdatet; ik zie de wolken over Nederland trekken. Zuchtend sta ik op, ga naar de wc in de badkamer en word, voordat ik het doorheb, door de badkamervloer gewogen. Ik trek de interactieve scheerspiegel uit om het resultaat te zien die meteen ook maar mijn bloeddruk en hartslag meet. De ingebouwde vergrootcamera voor 'lichaamsinspectie' laat ik maar even voor wat hij is.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 april 2022 Weblink bron
    Herman Stil
    “Back to the future: de gadgets die het niet haalden” (30 maart 2016), Het Parool