scharrelaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[3] Een scharrelaar.
Uitspraak
Woordafbreking
  • schar·re·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scharrelaar scharrelaars
verkleinwoord scharrelaartje scharrelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de scharrelaarm

  1. iemand met een ongeregeld liefdesleven
    • Keith Floyd was een scharrelaar die steeds weer nieuwe projecten ondernam: baantjes, restaurants, echtgenotes.[3] 
  2. iemand met een ongeregeld werkzaam leven
    • Onder hen waren ook handige scharrelaars, die om een beetje extra geld te verdienen wat koopwaar op de rug meenamen.[4] 
  3. (scharrelaarvogels) bepaald soort vogel, Coracias garrulus op Wikispecies uit de familie van de scharrelaars Coraciidae op Wikispecies
    • De Europese Unie had de dolfijn van Cuvier en de scharrelaar, een zeldzame vogelsoort, voorgedragen. Deze moeten nu ook beter beschermd worden. Van de 32 diersoorten die waren voorgedragen, is alleen de leeuw niet op de lijst gekomen, omdat verschillende Afrikaanse landen dit niet zagen zitten.[5] 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. scharrelaar op website: Etymologiebank.nl
  3. Volkskrant Onno Kleyn 15 februari 2017
  4. de Telegraaf JOOP DUIJS 25 apr. 2015
  5. de Telegraaf 07 nov. 2014
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be