schapenziekte

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schapenziekte    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• scha·pen·ziek·te

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  schaap zn  en  ziekte zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schapenziekte
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de schapenziekte v

1. ziekte waaraan schapen kunnen lijden

   ▸ Schapenziekte breidt zich uit naar 65 bedrijven: Het aantal bedrijven met het Schmallenbergvirus is opnieuw gestegen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) meldde maandag dat het aantal veehouderijen waar het virus is aangetroffen, is opgelopen tot 65.

   ▸ Als Gummi door zijn broer wordt afgetroefd en vervolgens de verdenking uitspreekt dat diens winnende dier de besmettelijke schapenziekte scrapie heeft, krijgt de aanvankelijk nogal komische broederstrijd een tragische wending.

Hyponiemen

• gekkeschapenziekte, aamt, pootziekte, kopziekte, sprankelvuur, rot

Gangbaarheid

• Het woord 'schapenziekte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.