schapenluisvlieg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scha·pen·luis·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schapenluisvlieg | schapenluisvliegen |
verkleinwoord | schapenluisvliegje | schapenluisvliegjes |
Zelfstandig naamwoord
- (tweevleugeligen) bepaald soortvleugelloze parasiet die in de wol van schapen leeft, Melophagus ovinus
- Er wordt vermoed dat de schapenluisvlieg blauwtong kan verspreiden.
Vertalingen
1. bepaald soortvleugelloze parasiet die in de wol van schapen leeft, Melophagus ovinus
Gangbaarheid
- Het woord 'schapenluisvlieg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.