schapenkop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

schapenkop
Uitspraak
Woordafbreking
  • scha·pen·kop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schapenkop schapenkoppen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de schapenkopm

  1. kop van een schaap
     Ik hoefde niet zo nodig schapenkop en geloogde vis te eten en te doen alsof ik die gemist had en ook nog eens alsof ik die als een natuurlijk onderdeel van een uitgebalanceerd dieet beschouwde[2]
     Schapenkop neergezet op hek in Katwijk: Bij een skatebaan in Katwijk hebben onbekenden de kop van een schaap op een hek neergezet. De politie weet niet wie de daders zijn en heeft via Twitter de hulp gevraagd van het publiek.[3]
  2. (pejoratief) dom en onnozel persoon
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2022 Weblink bron “Schapenkop neergezet op hek in Katwijk” (16-11-2014), NOS