schakelde om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scha·kel·de om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omschakelen

schakelde om

  1. enkelvoud verleden tijd van omschakelen
    • Ik schakelde om. 
    • Jij schakelde om. 
    • Hij, zij, het schakelde om. 


Gangbaarheid