schaatsgekte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schaats·gek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schaatsgekte -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de schaatsgektev

  1. het verschijnsel dat veel mensen bijzonder enthousiast worden vanwege de mogelijkheid te schaatsen op natuurijs
    • Als het erop lijkt dat de Elfstedentocht geschaatst kan gaan worden, barst in Nederland de schaatsgekte los. 

Gangbaarheid