schaamlip

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schaam·lip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schaamlip schaamlippen
verkleinwoord schaamlipje schaamlipjes

Zelfstandig naamwoord

de schaamlipv / m

  1. (anatomie) huidplooi bij de opening van de vulva, aan beide zijden van de vagina
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen