schaambot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

4 = schaambeen
Uitspraak
Woordafbreking
  • schaam·bot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schaambot schaambotten
verkleinwoord schaambotje schaambotjes

Zelfstandig naamwoord

het schaamboto

  1. (anatomie) het middelste en voorste deel van het heupbeen
    • Bij een penisvergroting snijdt de arts het bindweefsel van de penis aan het schaambot door. Vervolgens spuit hij siliconen in het geslachtsorgaan of de teelbalzak om meer volume te creëren. Het risico op complicaties is erg groot, het kan leiden tot impotentie en zenuwbeschadiging. [1] 
    • Een gemiste kans, vindt Anouk. "Ik heb haar het nummer gegeven en dat vind ik prima. Maar het is zo jammer dat je eerst met zo'n jurk begint, want dan gaat het niet meer om het liedje. Als je een jurk draag met een uitsnijding tot op je schaambot, moet je niet verbaasd zijn dat er opmerkingen komen... Dat vond ik een beetje naïef. [2] 
    • Zwaans onderzocht of het zinvol is om het matje te verwijderen. Het MMC is een van de weinige ziekenhuizen waar patiënten daarvoor terechtkunnen. Hij volgde 74 patiënten met matpijn en van hen had tweederde na de operatie minder of helemaal geen pijn meer. Patiënten die er niet bij gebaat zijn, hebben vaak last van de indirecte gevolgen van de mat, legt hij uit. Hun schaambot is bijvoorbeeld geïrriteerd geraakt. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen