schaafde bij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schaaf·de bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijschaven

schaafde bij

  1. enkelvoud verleden tijd van bijschaven
    • Ik schaafde bij. 
    • Jij schaafde bij. 
    • Hij, zij, het schaafde bij. 


Gangbaarheid